Eva Bentis
Geboren op 11 april 1951

Eva Bentis werd 1951 in Bennekom op de Veluwe geboren. Ze debuteerde in 1989 met de verhalenbundel Moeders en dochters. Bentis studeerde criminologie in Amsterdam, een studie die zich onder andere op de vraag richt hoe het komt dat iemand zich afwijkend opstelt ten opzichte van de groep. Deze vraag komt in haar werk steeds opnieuw naar voren; een eensluidend antwoord is niet te vinden, elke roman beeldt een nieuwe wereld uit waarin de hoofdpersoon door de auteur als het ware in een vacuüm wordt geplaatst. Haar hoofdfiguren kijken vanaf de zijlijn toe maar worden soms meegetrokken in beklemmende verwikkelingen.

Opvallend is dat deze thematiek in elke roman weer heel anders wordt uitgewerkt. Maskerade (1991) speelt zich af op een scholengemeenschap maar heeft ook raakvlakken met de commedia dell'arte. De engel en het zwaard (1994) draait om de thematiek van verraad, waarheid en schijn; de hoofdpersoon is een Roemeense vluchtelinge in Nederland, die terugblikt op haar gevangenschap in Roemenië. Voor dit boek is Eva Bentis enkele malen naar Roemenië gegaan. De hoofdpersoon van Het gif kraait koning in mijn hoofd (1996) is een vrouwelijk chirurg. Zij is een intelligente en uitzonderlijke maar in mensenkennis tekortschietende vrouw die het slachtoffer wordt van een intrigant. In Het meisje in het marmer (1997) gaan vier uiteenlopende personen levenslang gebukt onder de gevolgen van een misdaad uit hun jeugd. Het verhaal is geënt op de Griekse godenwereld.

Bentis' eerste verhaal voor jongeren, gepubliceerd in de bundel Heksen en helden (1998), heeft het slot Strijen te Oosterhout als decor, gesitueerd in de Middeleeuwen. Ook haar grote roman Schaduw van de avond (2000) gaat over het Middeleeuwse Oosterhout. Centraal staat daarin de opkomst en ondergang van de rijkste man van de veertiende eeuw, Willem van Duvenvoorde. In dit boek wordt ook zichtbaar hoe aan het einde van de Middeleeuwen het individualisme opkomt. Oosterhout, het decor van dit boek, is de huidige woonplaats van Eva Bentis. In het algemeen spelen autobiografische gegevens in haar werk een ondergeschikte rol; het gaat bij Bentis bovenal om de scheppende verbeeldingskracht.