Het roemloze einde van een Leeuwenhart
Het bezoek aan het kasteel van Châlus kan Emma niet zo boeien. Voor haar is het de zoveelste ruïne, maar daar vergist ze zich in. Op deze plek is Geschiedenis met een grote G geschreven!
Richard Leeuwenhart was koning van Engeland van 1189 tot 1199, maar veel tijd bracht hij niet door in zijn koninkrijk. Alles bij elkaar opgeteld misschien zes maanden. Twee jaar lang was hij op kruistocht naar het Heilig Land (terwijl hij daar zat, maakte zijn broer prins Jan misbruik van zijn macht; maar gelukkig hield Robin Hood een oogje in het zeil totdat Richard weer thuis kwam). De rest van zijn koningschap bracht Richard door op zijn Franse landgoederen. Liefst in de streken die hij van zijn moeder Eleonora erfde: Aquitanië, de Poitou en de Limousin. Dat waren de welvarendste gebieden van zijn machtige rijk.
In
1199 kwam Richards leenman Adhémar V van Limoges in opstand.
HIj wilde meer vrijheid en zelfstandigheid, maar daar was Richard het
niet mee eens. Hij besloot Adhémar een lesje te leren. Om te
beginnen zou hij een paar belangrijke kastelen vernietigen. Op 24 maart
verscheen hij aan de voet van de heuvel waarop Châlus gebouwd
was. De achtendertig bewoners van het kasteel (mannen, vrouwen en kinderen)
wilden zich overgeven, maar daar had Richard geen oren naar. Hij wilde
de vrienden van Adhémar schrik aanjagen. 'Ik zal niet rusten
voordat jullie allemaal aan de galg hangen,' riep hij. De verdedigers
trokken zich geschrokken terug in de 33 meter hoge donjon. Daar zaten
ze voorlopig veilig.
Twee dagen later nam Richard nog eens poolshoogte bij het kasteel. Pierre
Basile - een van de twee ridders op het kasteel van Châlus - vuurde
een kruisboogpijl af. In zijn schouder getroffen stortte Richard van
zijn paard. Terug in zijn kamp werd de pijl verwijderd, ten koste van
een lelijke, gapende wond. Richard voelde dat zijn einde naderde en
stuurde een boodschapper naar zijn moeder. Die zat op dat moment een
paar honderd kilometer noordelijker. Zij was erbij toen haar zoon op
6 april 1199 aan zijn verwondingen bezweek.
Voordat Richard stierf, hadden zijn mannen Châlus veroverd. Iedereen
werd vermoord, behalve Pierre Basile. Hij werd naar Richard gebracht,
die hem zijn daad vergaf. Pierre mocht vrij vertrekken, met een grote
zak geld van Richard. Maar na de dood van hun heer namen Richards mannen
hem weer gevangen en brachten hem op gruwelijke wijze om: ze vilden
hem levend en hingen hem daarna op.
De
donjon van Châlus is tegenwoordig zijn bovenste verdieping kwijt,
maar de resterende 25 meter zijn nog steeds indrukwekkend. De ingang
ligt 6 meter boven de grond en tijdens de belegering trokken de verdedigers
de ladder naar binnen. Probeer dan maar eens binnen te komen!
Er wordt beweerd dat de ingewanden van Richard in de kapel van het kasteel
begraven zijn. Zijn hart ging naar zijn geliefde stad Rouen en de rest
van zijn lichaam werd begraven naast dat van zijn vader Hendrik II in
de kathedraal van Fontevrault. Gek eigenlijk als je bedenkt dat ze allebei
koning van Engeland waren en toch niet op dat eiland begraven wilden
worden. Dat had te maken met het feit dat de Engelse koningen van Franse
afkomst waren en dat hun Franse gebieden veel belangrijker en rijker
dan Engeland waren.
Overal
rond Châlus en Limoges vind je kastelen en ruïnes die verwijzen
naar die roemruchte periode in de middeleeuwen, toen de Limousin een
welvarende en machtige streek was.
In het kasteel van Châlus wordt nog steeds de kruisboog van Pierre Basile bewaard (of zou het een jonger exemplaar zijn?).
Wil
je hier meer over weten? Ik schreef over de ridderslag van de jonge
prins Richard (die toen nog niet de bijnaam Leeuwenhart droeg) een verhaal
in mijn eerste kinderboek 'Mannen van staal'.
Dit prachtige boek is helaas alleen nog in tweedehands
boekwinkels te vinden.
Om je een voorproefje te geven, heb ik de pagina waarop ik vertel hoe
Richard aan zijn stoere bijnaam ´Leeuwenhart´ zou zijn gekomen
voor je ingescand.
Klik op het plaatje
hier rechts om het te vergroten.